Ja, mits dit is opgenomen in het schoolreglement. Anders niet.
De wijze waarop dergelijke bevoegdheden in het schoolreglement worden opgenomen zou bijvoorbeeld kunnen zijn: 'Het is de directie/teamleiders/leraren in het kader van het veiligheidsbeleid toegestaan leerlingen preventief te fouilleren en lockers te doorzoeken.' Hiervoor moeten duidelijk kaders worden aangegeven, bijvoorbeeld dat hier terughoudend mee zal worden omgegaan in verband met het privacybelang van de leerling. Tevens moet duidelijk benoemd worden wie deze bevoegdheid heeft. Als de leerling weigert medewerking te verlenen en agressief of gewelddadig wordt, is het raadzaam om niet over te gaan tot fouillering. In dat geval zal de directie/teamleider beslissen wat er vervolgens dient te gebeuren (bijv. vorderen school te verlaten en/of hulp politie inroepen).
Het is aan te bevelen om bij ingrijpende maatregelen als fouilleren steeds samen met een collega - andere leraar, directielid, conciërge en dergelijke - op te treden. Dit om sterker te staan bij eventuele latere klachten over geweld of seksuele intimidatie. Trek als leraren bij de keuze om al of niet te fouilleren altijd één lijn; als de ene leraar wel handhaaft en de andere niet, is een school niet consequent in de navolging van het schoolreglement.
Tevens is het aan te bevelen ouders en leerlingen actief te informeren over het beleid van de school en de regels die op school gelden. Dit kan bijvoorbeeld door het toesturen van de schoolgids met schoolreglement en leerlingenstatuut, voorzien van een begeleidend schrijven. Op deze wijze mag en kan de school ervan uitgaan dat ouders en leerlingen op de hoogte zijn van de op school geldende regels. Bij inschrijving van de leerling kan het reglement persoonlijk overhandigd worden, waarna de leerling tekent voor ontvangst.
Klik hier voor meer tips & aanbevelingen inzake optreden tegen geweldsincidenten in de school.
De geschetste situaties komen in meer of mindere mate in heel het voortgezet onderwijs voor.
De schoolleiding moet zich afvragen of zij de risico’s kunnen voorkomen of adequaat kunnen beheersen.
Is het antwoord negatief, dan dient de activiteit te worden geschrapt.
Anders geformuleerd: uitgaande van het worst case scenario – een leerling loopt blijvend letsel op – kan de schoolleiding met recht claimen dat zij redelijkerwijs er alles aan heeft gedaan om die gebeurtenis te voorkomen?
Zo ja, dan is er sprake van een niet te voorkomen ongeluk (100% veiligheid bestaat niet). Zo nee, dan kan er sprake zijn van (ernstige) nalatigheid.
Toelichting:
Het schoolbestuur heeft zorgplicht voor leerlingen en is dus aansprakelijk voor de veiligheid en de gezondheid van leerlingen (denk aan ongelukken in de gymzaal). Als een leerling een verrichting doet die vergelijkbaar is met een verrichting in de bedrijfspraktijk, is er nog een toetsingskader: Arbowet- en regelgeving.
In die zin is schoolzwemmen niet vergelijkbaar met het bedienen van een afkortzaag. Schoolzwemmen valt niet onder de werking van de Arbowet, het bedienen van de afkortzaag wel. De Arbowet schrijft beleid gericht op het voorkomen van ongevallen en (beroeps)ziekte voor (arbobeleid).
Tevens schrijft de Arbowet voor dat de werkgever alle risico’s voor veiligheid en gezondheid inventariseert, evalueert/weegt en verbeter- of beheersmaatregelen vastlegt in een plan van aanpak (RI&E). Bovendien moeten alle werknemers worden voorgelicht over de risico’s die zij bij hun werk lopen en wat de werkgever doet om die risico’s te voorkomen of te beheersen, de werknemers moeten worden geïnstrueerd en er moet toezicht op het naleven van die instructies zijn. ‘werknemer’ kan vervangen worden door ‘leerling’ als de leerling een machine bedient.
Dus: de school moet de gevaren inventariseren die samenhangen met het bedienen van de (gevaarlijke) machines waarbij meegewogen wordt wie die machine bedient. Dat bepaalt de benodigde mate van toezicht op het naleven van instructies. Bij handmatig figuurzagen kan dat bijvoorbeeld 1 docent op 20 leerlingen zijn en bij het bedienen van een bovenfrees 1 op 1 en het hanteren van een motorkettingzaag wordt dus niet gedaan.
Voor meer informatie zie hiervoor de norm Toezicht.
In de Arbocatalogus-VO is afgesproken dat, in het kader van veiligheid voor derden, een bezoekersregistratie wordt bijgehouden. Zie ook de norm Veiligheid derden.
Dus in principe houdt een school bij wie er binnen is. In het kader van sociale veiligheid is het ook van belang te weten dat onbevoegden niet zomaar toegang hebben tot het gebouw.
Ja, leerlingen mogen op een rolsteiger werken mits adequaat toezicht wordt gehouden en de leerlingen voldoende voorgelicht / geïnstrueerd zijn over het veilig gebruik van rolsteigers. De mate van toezicht is afhankelijk van de kennis en ervaring van de leerlingen.
De Arbowet is alleen op leerlingen van toepassing als die leerlingen handelingen verrichten die vergelijkbaar zijn met werkzaamheden in de beroepspraktijk. Bij met arbeid vergelijkbare activiteiten kan worden gedacht aan werkzaamheden in praktijklokalen. Leerlingen brengen onder begeleiding van een docent het geleerde in praktijk.
Voor eisen t.a.v. gebruik rolsteigers zie ook A-blad rolsteigers van Stichting Arbouw.
Datum laatste wijziging:
vrijdag 18 juni 2010