’Als het gaat om veiligheid en gezondheid op de werkplek zijn onderwijsinstellingen eigenaardige organisaties. De werknemers van de school hebben recht op arbeidsbescherming. De leerlingen, het leeuwendeel van de aanwezigen, vallen echter niet onder de publiekrechtelijke Arbowet. Er is één uitzondering op deze regel: het werken in praktijklokalen. De Arbowet (art. 2) stelt dat leerlingen die arbeid verrichten die vergelijkbaar is met de reguliere beroepspraktijk als werknemers gezien moeten worden.
Actief beschermen
Leerlingen die in een praktijklokaal bezig zijn, hebben dus recht op arbeidsbescherming. Volgens Jan Harmen Kwantes zijn praktijkdocenten als geen ander in staat om deze veiligheid ter plekke te organiseren. ‘Het zijn vakmensen. Zij weten als geen ander hoe je veilig werkt bij houtbewerking en metaalbewerking, hoe je omgaat met machines en gevaarlijke stoffen. Ze kunnen prima inschatten wat er moet gebeuren, zoals beschermingsmiddelen regelen, veiligheidsregels maken, een leerling nooit alleen laten met een gevaarlijke stof. Wat dan wel moet gebeuren is dat deze docenten ook wéten dat het hun verantwoordelijkheid is om leerlingen actief te beschermen.’
Helder arbobeleid
‘Het stichtingsbestuur van de scholengroep en in het verlengde daarvan de rector moeten een lijn uitzetten en zorgen dat er een helder arbobeleid komt. Dat begint met het inschatten van de risico’s in praktijklokalen en met een plan van aanpak. Vervolgens is het zaak dat iedereen zijn verantwoordelijkheden kent en de mogelijkheden heeft om deze goed vorm te geven. Dat laatste vraagt wel om afstemming tussen de leiding en de docenten en het onderwijsondersteunend personeel.’
Sleutelrol preventiemedewerker
Volgens Kwantes kan met name de preventiemedewerker hierin een verbindende rol spelen. ‘Mijn advies zou zijn om preventiemedewerkers op meerdere fronten in te zetten. Ze denken vanuit hun wettelijke taak al mee over de RI&E en het plan van aanpak. Maar ze kunnen ook, heel praktisch, zorgen voor voorlichting aan docenten. Ook is het denkbaar dat preventiemedewerkers docenten en facilitaire dienst adviseren over het bestellen van veilige materialen.’
Krachtig appel
De docent moet zorgen voor het veilig werken in een praktijklokaal, maar is niet aansprakelijk, benadrukt Kwantes. ‘Als er een ongeval plaatsvindt en een leerling een serieuze kwetsuur oploopt, is de school aansprakelijk. Dat neemt niet weg dat docenten, maar ook MR-leden en preventiemedewerkers, aan de bel moeten trekken op het moment dat ze merken dat er onvolkomenheden zijn in het arbobeleid. Het is dan tijd voor een krachtig appel aan de leiding om dit alsnog goed te organiseren.’ Kwantes heeft tot slot een tip hoe scholen het samenspel op het gebied van veiligheid beter kunnen inrichten: inbedding in de HR-cyclus. ‘Spreek mensen aan op hun professionaliteit. Net zoals er nu met docenten wordt gesproken over didactische kwaliteiten en cijfers van leerlingen zou ook veiligheid in de klas vast onderdeel kunnen zijn van functionerings- en beoordelingsgesprekken.’
Voion maakte in samenwerking met Jan Harmen Kwantes het VO-signaal Aansprakelijkheid & Verzekeringen. Daarin leest u wanneer u als werknemer aansprakelijk gesteld kunt worden en wat uw werkgever kan doen om het goed voor u en uw organisatie te regelen.
In het VO-Signaal ‘Wie is verantwoordelijk voor veiligheid?’ leest u wie werknemers van de school zijn en wie niet (bijvoorbeeld vrijwilligers en zzp’ers) en welke verantwoordelijkheid de school heeft voor deze personen.
Meer informatie over veilig werken in praktijklokalen vindt u op de site van Voion: