De school (werkgever) moet een actuele risico-inventarisatie & evaluatie (RI&E) hebben van alle risico’s voor de veiligheid en gezondheid in school inclusief maatregelen om die risico’s weg te nemen of te verminderen, ook bij het praktisch gericht onderwijs.
Het antwoord is dus ja, mits een experiment of practicumopdracht geen enkel veiligheids- of gezondheidsrisico bevat zelfs als er iets mis gaat. In dat geval spreekt de Arbowet in artikel 4.7 lid 3 van ‘maatregelen bij ongewilde gebeurtenissen’.
Veilig onderwijs moet kunnen plaatsvinden. Het gaat dan om een goede werking van de zuurkast, veilig werken met bunsenbranders, veilig werken met stoffen en biologische agentia, inrichting van praktijklokalen et cetera.
Docenten en schrijvers van lesmethoden houden als het goed is al rekening met lessen zo veilig mogelijk aan te bieden. Daarbij is het belangrijk om met elkaar te overleggen over hoe practica veilig te organiseren:
Ja. Vanuit de Arbowet gezien is er geen bezwaar tegen het verzorgen van andere lessen dan scheikunde in een scheikundelokaal. Het is van belang gezonde en veilige arbeidsomstandigheden te garanderen. Dus alle risico's die kunnen optreden in een scheikunde lokaal zijn uitgesloten, ook als er Nederlandse les wordt gegeven. Zo moeten de gevaarlijke stoffen adequaat zijn opgeslagen en de (opslagruimte)kast moet zijn afgesloten. Tevens is de gasvoorziening centraal af te sluiten (en niet door onbevoegden te openen).
Informatie over de risico's in scheikunde- en theorielokalen vind u in de normen Theorielokaal - Algemene eisen en Scheikundelokaal - Algemene eisen.
Ja. Tenminste 1 noodstop is voldoende. Op verzoek van de school kunnen er meerdere noodstops geplaatst worden. Meer informatie vindt u in de Arbocatalogus-vo onder de normen: Vaklokaal - Algemene eisen (3e bullit van onderen) en Praktijklokaal - Algemene eisen.
Scholen worden steeds vaker geconfronteerd met ouders en leraren die zich ongerust maken over elektromagnetische straling. Soms gaat het over een zendmast die in de nabijheid van een school geplaatst wordt of het gaat om de beslissing dat er in een school een draadloos netwerk geïnstalleerd wordt. Er is nog geen wetgeving die normen of verboden aangeeft hoe om te gaan met elektromagnetische velden of –straling veroorzaakt door mobile telefoons of draadloos internet op school. In de wetenschappelijke literatuur zijn onderzoeken gepubliceerd die een verband leggen met kanker en hersentumoren. Daarentegen zijn er ook talloze publicaties die dit verband niet vinden. Er is nog geen eenduidigheid in deze.
De Raad van Europa huldigt het standpunt dat als er aanwijzingen zijn voor het bestaan van een risico, je er beter aan doet al vast maatregelen te nemen. In feite zegt men daarmee niet te wachten op de resultaten van longitudinale studies die over 10 tot 15 jaar wel met grote zekerheid kunnen zeggen of er al dan niet een schadelijk gezondheidseffect optreedt als gevolg van elektromagnetische velden of –straling.
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu bestudeert de resolutie van de Raad van Europa. Het ministerie wacht onder meer een advies van het Kennisplatform Elektromagnetische Velden (EMV) af. Mede naar aanleiding daarvan en de reactie vanuit de Europese Unie zal het beleid mogelijk aangepast worden.
Nee, maar er moet een nood- en oogdouche zijn in de ruimte waar met gevaarlijke stoffen (brandbaar, sensibiliserend, corrosief, irriterend etc.) wordt gewerkt. Deze informatie vindt u ook in de norm Vaklokaal - Algemene eisen.
Ja. Vanuit de Arbowet gezien is er geen bezwaar tegen het verzorgen van andere lessen dan scheikunde in een scheikundelokaal. Het is van belang gezonde en veilige arbeidsomstandigheden te garanderen. Dus alle risico's die kunnen optreden in een scheikunde lokaal zijn uitgesloten, ook als er Nederlandse les wordt gegeven. Zo moeten de gevaarlijke stoffen adequaat zijn opgeslagen en de (opslagruimte)kast moet zijn afgesloten. Tevens is de gasvoorziening centraal af te sluiten (en niet door onbevoegden te openen).
Informatie over de risico's in scheikunde- en theorielokalen vind u in de normen Theorielokaal - Algemene eisen en Scheikundelokaal - Algemene eisen.
In de Arbocatalogus-VO staat dat er 2 m2per leerling moet zijn (zie Theorielokaal - Algemene eisen). Voor praktijklokalen in z’n algemeenheid speelt het veiligheidsaspect een grote rol. Daarom besteedt de norm Praktijklokaal - Algemene eisen aandacht aan de benodigde ruimte voor o.a. doorgangen in het lokaal (elkaar aanstoten terwijl men aan het werk is, kan leiden tot ongelukken). Ook zijn er aparte normen voor verzorgingslokalen vindt u hier en hier.
Voorop staat dat werkzaamheden veilig worden uitgevoerd, ongewilde gebeurtenissen zoals aanstoten worden voorkomen en dat daarop voldoende toezicht voor een docent mogelijk is.
De inrichting van het lokaal met de benodigde leermiddelen - gereedschappen, werkplekken etc. - zal bepalen of in dat lokaal veilig praktijkles aan 27 leerlingen gegeven kan worden.
Te denken valt aan minimumruimte voor tafel en stoel, geluidsniveau en lichtinval.
De Arbowet is voor leerlingen alleen van toepassing op 'verrichtingen van leerlingen en studenten in onderwijsinrichtingen of gedeelten daarvan, open ruimten daaronder begrepen, die vergelijkbaar zijn met arbeid in de beroepspraktijk' (zie arbowet art. 2 b.). Een examenkandidaat valt dus niet onder de Arbowet.
Echter heeft de werkgever op grond van de Arbowet wel de plicht om in de school gevaar voor de veiligheid en gezondheid van derden (leerlingen, ouders, leveranciers etc.) te voorkomen (zie arbowet art. 10). Dat betekent dat je leerlingen dus examen laat doen in een daartoe geschikte omgeving.
Over de arbeidsomstandigheden van medewerkers tijdens examens (surveillance en natuurlijk uitreiken en innemen) zou je kunnen zeggen dat je minder hoge eisen zou hoeven stellen aan de arbeidsomstandigheden in vergelijking met een leslokaal, omdat het over in tijd beperkte inzet/belasting gaat.
Zie voor meer informatie de normen:
- Theorielokaal - Algemene eisen
- Theorielokaal - Binnenklimaat
Datum laatste wijziging:
donderdag 28 augustus 2008