Ja, bijlage XVIII van de Arboregeling bevat een opsomming van Veiligheids- en Gezondheidssignalering. Dat zijn verbods-, waarschuwings-, gebods- en reddingborden. In bijlage XIX van de Arboregeling staan hand- en armseinen. De afbeeldingskwaliteit van de borden/pictogrammen op deze ‘wettenbank’ van de overheid is helaas slecht. Marktpartijen bieden kwalitatief betere afbeeldingen aan.
De veiligheids- en gezondheidssymbolen in bijlage XVIII en de hand- en armseinen in bijlage XIX horen bij Hoofdstuk 8. Veiligheids- en Gezondheidssignalering van de Arboregeling waarin 29 voorschriften zijn opgenomen over onder meer de vorm en kleur en de plaatsing van signaleringen. Hoofdstuk 8 is een uitwerking van artikel 8.4 van het Arbobesluit Algemene vereisten veiligheids- en gezondheidssignalering.
Naast de veiligheids- en gezondheidssignalering pictogrammen, gelden wereldwijd ook dezelfde pictogrammen voor etikettering van gevaarlijke stoffen. Deze officiële pictogrammen staan op de website van ECHA >>
Scholen worden steeds vaker geconfronteerd met ouders en leraren die zich ongerust maken over elektromagnetische straling. Soms gaat het over een zendmast die in de nabijheid van een school geplaatst wordt of het gaat om de beslissing dat er in een school een draadloos netwerk geïnstalleerd wordt. Er is nog geen wetgeving die normen of verboden aangeeft hoe om te gaan met elektromagnetische velden of –straling veroorzaakt door mobile telefoons of draadloos internet op school. In de wetenschappelijke literatuur zijn onderzoeken gepubliceerd die een verband leggen met kanker en hersentumoren. Daarentegen zijn er ook talloze publicaties die dit verband niet vinden. Er is nog geen eenduidigheid in deze.
De Raad van Europa huldigt het standpunt dat als er aanwijzingen zijn voor het bestaan van een risico, je er beter aan doet al vast maatregelen te nemen. In feite zegt men daarmee niet te wachten op de resultaten van longitudinale studies die over 10 tot 15 jaar wel met grote zekerheid kunnen zeggen of er al dan niet een schadelijk gezondheidseffect optreedt als gevolg van elektromagnetische velden of –straling.
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu bestudeert de resolutie van de Raad van Europa. Het ministerie wacht onder meer een advies van het Kennisplatform Elektromagnetische Velden (EMV) af. Mede naar aanleiding daarvan en de reactie vanuit de Europese Unie zal het beleid mogelijk aangepast worden.
Nee, maar er moet een nood- en oogdouche zijn in de ruimte waar met gevaarlijke stoffen (brandbaar, sensibiliserend, corrosief, irriterend etc.) wordt gewerkt. Deze informatie vindt u ook in de norm Vaklokaal - Algemene eisen.
Nee.
De arbowet geeft geen maat en getal op het gebied van toezicht. Zij eist dat het toezicht adequaat is en zodanig geregeld dat de school verantwoordelijkheid kan dragen (dat geldt ook voor in het praktijk-, theorie- of vaklokaal). De werkgever is namelijk verplicht de risico's te voorkomen dan wel te beheersen. De werkgever moet dus bepalen hoeveel toezicht adequaat is. In de praktijk zal het er op neerkomen dat de docent de mate van toezicht zal bepalen. Voldoende toezicht is afhankelijk van de grootte van het risico (op een ongeval) en afhankelijk van de groep leerlingen (een groep pubers kent een andere dynamiek dan een bovenbouw havo/vwo). Het is lastige afweging; voldoende toezicht kan betekenen dat met het afnemen van het risico ook het leerrendement lager wordt (kleinere groepen, minder tijd aan de machine etc.). Deze inschatting moet een school op basis van de RI&E zelf maken.
Een voorbeeld
Een leerling die voor de eerste keer met bijvoorbeeld een frees gaat werken, zal dat in een één op één situatie moeten leren. De rest van de groep staat er bij en leert op dat moment minder of werken aan een werkstuk zonder risicovolle handelingen.
Als een leerling weet hoe hij de frees moet instellen en weet welke risico's kleven aan het werken met de frees en bewezen heeft vaardig te zijn, dan kan het toezicht op die leerling zich beperken zo nu en dan kijken hoe het gaat. De leerling kan voor een deel zelf de verantwoordelijkheid dragen voor veilig werken. Er is dan ook veel voor te zeggen om met een soort certificaat te werken waarop voor elke machine is opgenomen welke instructie de leerling heeft gehad en wat het vaardigheidsniveau van de leerling is.
Meer informatie over toezicht en begeleiding van leerlingen vindt u in de norm Begeleiding en toezicht leerlingen en in het VO-signaal organiseren van goed toezicht.
In de Arbocatalogus-VO staat dat er 2 m2per leerling moet zijn (zie Theorielokaal - Algemene eisen). Voor praktijklokalen in z’n algemeenheid speelt het veiligheidsaspect een grote rol. Daarom besteedt de norm Praktijklokaal - Algemene eisen aandacht aan de benodigde ruimte voor o.a. doorgangen in het lokaal (elkaar aanstoten terwijl men aan het werk is, kan leiden tot ongelukken). Ook zijn er aparte normen voor verzorgingslokalen vindt u hier en hier.
Voorop staat dat werkzaamheden veilig worden uitgevoerd, ongewilde gebeurtenissen zoals aanstoten worden voorkomen en dat daarop voldoende toezicht voor een docent mogelijk is.
De inrichting van het lokaal met de benodigde leermiddelen - gereedschappen, werkplekken etc. - zal bepalen of in dat lokaal veilig praktijkles aan 27 leerlingen gegeven kan worden.
Datum laatste wijziging:
donderdag 28 augustus 2008